De bijzonderheden van concertfotografie zijn:
• Juridische beperkingen: Anderen (concertorganisatoren, muzikanten en hun managers) bepalen wat, wanneer, hoe gefotografeerd mag worden en hoe groot de omvang van het gebruik (publicatie van de foto's) is.
• Twee zeer mooie hobby's (muziek en fotografie) komen samen in concertfotografie, wat de populariteit enorm heeft doen toenemen.
• Nauwelijks actieve vormgevingsmogelijkheden voor concertfotografen.
• Grotendeels voorgeschreven perspectieven, afhankelijk van de bouw van de concertzaal / het podium en de accreditatiestatus.
• Onbeïnvloedbare, snel wisselende lichtsituaties maken belichtingscontrole moeilijk voor de fotograaf.
• Eigen licht (bijvoorbeeld flitssysteem) mag niet worden gebruikt.
• Vaak extreem korte tijd om te fotograferen (meestal slechts drie liedjes lang; soms nog korter), wat leidt tot enorm stressvol werken voor fotografen; tegelijkertijd stijgt de adrenaline zoals bij jagers of paparazzi.
Afbeelding 3.1: Met de moed der wanhoop: concertfotografen hebben niet veel vormgevingsmogelijkheden, hebben geen invloed op de (vaak moeilijke) belichting en hebben meestal slechts tijd voor drie liedjes om de benodigde opnames te maken. Dit alles leidt tot stress, en dan fotografeer je ook wel eens 'dapper' in vol tegenlicht … Jan Delay tijdens het concert op het Zeltfestival Ruhr, op 20 augustus 2010. Nikon D3S met 2,8/24-70-mm-Nikkor, bij gebruik van een brandpuntsafstand van 24mm. 1/2000 seconde, diafragma 3,5, ISO 1600.
(Foto © 2011: Jens Brüggemann, www.jensbrueggemann.de)
Nauwelijks actieve vormgevingsmogelijkheden aanwezig
Voor mij als reclamefotograaf, die gewend is dat alles in het werk wordt gesteld om het fotoresultaat nauwkeurig te plannen en onafhankelijk van toeval te beïnvloeden ten behoeve van het beeldidee (volgens eigen specificaties of die van de opdrachtgever), is concertfotografie met zijn vele onzekerheden niet alleen een grote uitdaging, maar vooral ook een omschakeling ten opzichte van het dagelijkse (gecontroleerde) werk als reclamefotograaf.
Als concertfotograaf KAN IK NIET:
• … de artiest op het podium aanwijzingen geven (regieaanwijzingen geven), hoe hij/zij het beste voor mij kan gaan staan; ik kan geen tips geven over welke pose of welke lichtinval voordeliger lijkt.
• … de verlichting of het podiumontwerp volgens mijn wensen vormgeven.
• … herhalingen van poses of bewegingen van de muzikanten afdwingen, bijvoorbeeld om variaties vast te leggen.
• … invloed uitoefenen op de kleurstelling van de kleding in harmonie met de podiumopstellingen en de verlichting.
• … storende elementen (zoals microfoonstandaards, waterflessen of luidsprekers aan de voeten van de artiesten) van het podium verwijderen.
• … mijn opnamepositie willekeurig veranderen.
• etc.
Afbeelding 3.2: Natuurlijk had ik de jongens van Culcha Candela (concert op 20 augustus 2011) het liefst toe willen roepen: "Oké, en nu alsjeblieft nog een keer mijn kant op kijken en zwaaien!" ... Maar wetende hoe de beveiliging reageert op dergelijke verstoringen, heb ik er toch maar voor gekozen om te zwijgen en heb ik de foto gewoon van opzij genomen, misschien niet optimaal, maar op dat moment niet anders mogelijk. Nikon D3S met 4/24-120-mm-Nikkor, bij gebruik van een brandpuntsafstand van 78mm. 1/160 seconde, diafragma 4,0, ISO 3200.
(Foto © 2011: Jens Brüggemann, www.jensbrueggemann.de)
Grotendeels vooraf bepaalde perspectieven
Wij concertfotografen mogen ons - met enkele uitzonderingen daargelaten - niet willekeurig vrij voor of naast het podium ophouden. Integendeel: bij de accreditatie worden ons bepaalde gebieden toegewezen (zoals de fotopit). Het is al goed als we ons vrij kunnen bewegen binnen de put; echter wordt dit vaak genoeg sterk beperkt, zodat we gedwongen zijn om onder suboptimale omstandigheden en vaak sterk beperkt te werken.
Omdat de meeste opnamen dus noodzakelijkerwijs vanuit de put worden gemaakt en deze zich meestal direct voor het podium op een verlaagde positie bevindt, zien de "typische" concertfoto's eruit alsof de fotografen op hun buik voor de muzikanten op de grond lagen.
Mogelijk is dit effect echter ook gewenst, want de muzikanten - zelfs de kleinsten onder hen - lijken zo, van onderaf gefotografeerd, altijd veel groter en ook "heldhaftiger" dan ze in werkelijkheid zijn.
Om de fotografische kwaliteit niet te laten lijden, is het belangrijk ervoor te zorgen dat de vervorming als gevolg van het lage camerastandpunt (die vooral duidelijk is bij het gebruik van groothoeklenzen) niet te opvallend is. Professionele fotografen herkennen natuurlijk meteen de "verlenging" van de muzikanten, die nu ineens allemaal lange benen lijken te hebben. Maar het is cruciaal dat de "normale" kijkers van de foto dit effect niet opmerken - of op zijn minst dat het niet onnatuurlijk lijkt en stoort.
Afbeelding 3.4: Culcha Candela op 20 augustus 2011: Ook hier stonden wij fotografen direct aan het podium, in de put, wat bij alle foto's onvermijdelijk een extreme onderste perspectief als gevolg had (met het effect van nadruk op de onderste ledematen van de muzikanten, tot vreugde van de schoensponsor). Nikon D3S met 4/24-120mm-Nikkor, bij gebruikte brandpuntsafstand van 24mm. 1/500 seconde, diafragma 4.0, ISO 3200.
(Foto © 2011: Jens Brüggemann, www.jensbrueggemann.de)
Het lage camerastandpunt vanuit de put heeft echter ook nog andere nadelen: vaak genoeg belemmeren luidsprekers en elementen van het podiumlicht ons zicht op de muzikant(en). Zo zullen we alleen in uitzonderlijke gevallen de voeten en benen volledig op de foto krijgen.
Afbeelding 3.5: Op deze foto is goed te zien hoe extreem een dergelijke vervorming kan zijn, veroorzaakt door het lage camerastandpunt en het gebruik van het groothoekobjectief. De linkervoet van de artiest wordt bovenmatig groot weergegeven omdat deze zich zeer dicht bij de camera bevindt. De romp en het hoofd daarentegen, die ver naar achteren zijn gekanteld, lijken onnatuurlijk klein op de foto. Dick Brave-concert op 26 augustus 2012 in Bochum/Witten. Nikon D4 met 2,8/14-24mm-Nikkor, bij gebruikte brandpuntsafstand van 14mm. 1/200 seconde, diafragma 2.8, ISO 3200.
(Foto © 2012: Jens Brüggemann, www.jensbrueggemann.de)
Omdat regelmatig kabels, luidsprekers en andere elementen van de podiumtechniek zich aan de voorkant van het podium, recht voor onze neus, bevinden, zullen deze onvermijdelijk telkens weer opduiken in concertfoto's (op de voorgrond en bij gebruik van een groothoekobjectief helaas ook onevenredig groot). Als we dan ondanks het slechte zicht op de muzikanten deze storende elementen niet willen fotograferen, blijft ons concertfotografen niets anders over dan het gebruik van langere brandpuntslenzen. Hierdoor zijn dan echter, althans bij muzikanten die dicht bij ons op het podium staan, alleen nog maar portretten in engere zin mogelijk.
Afbeelding 3.6: Als we portretten van dichtbij en vanuit de (verlaagde) put fotograferen, moeten we ermee leven dat de neusgaten van de muzikant (hier: Jan Delay tijdens het concert op 20 augustus 2010) vanwege het perspectief bijzonder goed (maar onbedoeld!) uitkomen. Als we dit willen vermijden, is het raadzaam de muzikant niet te fotograferen die direct voor (of boven) iemand aan de rand van het podium staat, maar eerder onder gebruik van tele- of portrettelelenzen muzikanten die verder weg staan (omdat de hoek dan niet zo steil is). Deze methode kan voor toeschouwers van het schouwspel een beetje vreemd lijken (wanneer fotografen praktisch kruislings de verder weg staande muzikanten fotograferen) - vanuit fotografisch oogpunt is het echter zeker zinvol! Nikon D3S met 2,8/24-70mm-Nikkor bij gebruikte brandpuntsafstand van 56mm. 1/1250 seconde, diafragma 3.5, ISO 5000.
(Foto © 2010: Jens Brüggemann, www.jensbrueggemann.de)
Afbeelding 3.7: Een "typische" concertfoto: De gitarist van H-Blockx heb ik bij deze foto (genomen op 31 augustus 2010 bij het ZFR in Bochum) "lange benen" gegeven, wat door de korte afstand, het gebruik van de groothoek en het kantelen van de camera naar boven (vanwege mijn lagere camerastandpunt) noodzakelijk is. Op de voorgrond is mooi te zien hoe podiumtechniek, die in dit geval echter niet zo groot was dat het mijn zicht belemmerde, te zien is. Nikon D3S met 2,8/24-70mm-Nikkor, bij gebruikte brandpuntsafstand van 24mm. 1/500 seconde, diafragma 2.8, ISO 5000.
(Foto © 2010: Jens Brüggemann, www.jensbrueggemann.de)
Voor ons fotografen is het nog erger als we een standpunt toegewezen krijgen door de beveiliging dat we absoluut niet mogen verlaten. Dan zijn we verplicht om alle foto's vanaf die plek te maken - of deze nu geschikt is of niet. Een vreselijk idee voor elke creatieve fotograaf; maar dan blijft er niets anders over dan het beste te maken van de (toegegeven, slechte) situatie.
Echter zijn ook in andere gebieden van de fotografie de omstandigheden niet altijd ideaal. Dan moet je gewoon proberen met de mogelijkheden die je hebt toch speciale foto's te maken. Als beroepsfotograaf heb ik snel geleerd om flexibel te zijn. In zulke gevallen mag je dan niet wanhopen, maar moet je proberen je vaardigheden ondanks alle tegenslagen in te zetten.
Afbeelding 3.8: Zelfs portretten van muzikanten die tijdens een liveconcert zijn genomen, hebben meestal een typisch onderperspectief (met onbedoelde zicht op de neusgaten van de afgebeelde persoon; hier had ik echter geluk dat de artiest zijn hoofd geconcentreerd op zijn gitaarspel hield).
De gitarist van BAP betrapte ik tijdens het concert op 24 augustus 2011. Om het hoofd van de afgebeelde persoon los te maken van de (vaak onrustige) achtergrond, fotografeer ik graag met bijna volledig open diafragma. Mijn favoriete lens hiervoor (met de ideale brandpuntsafstand voor portretten, als je direct aan de voorkant van het podium staat) is de 1,4/85mm-Nikkor. Meestal diafragmeer ik de lens toch lichtjes (met ongeveer 1 stop; hier was het 1+1/3 stops) om een betere scherpte (in vergelijking met volledig open diafragma) te bereiken. Nikon D3S met 1,4/85mm-Nikkor. 1/250 seconde, diafragma 2,2, ISO 1250.
(Foto © 2010: Jens Brüggemann, www.jensbrueggemann.de)
Onbeïnvloedbare, wisselende lichtsituatie
Een andere randvoorwaarde die het fotograferen bij concerten altijd spannend (en ook een beetje willekeurig) maakt, is de wisselende lichtsituatie. Afhankelijk van het muziekgenre en de choreografie moet je rekening houden met soms extreem snel veranderende verlichting.
Niet zelden gebeurt het dat het licht verandert in de korte tijdspanne tussen het moment waarop de fotograaf besluit om de ontspanknop in te drukken en de daadwerkelijke belichting. Deze fracties van seconden kunnen ervoor zorgen dat een opname heel anders uitvalt dan bedoeld, omdat het licht alweer is veranderd.
Afbeelding 3.9: Wir sind Helden op 25 augustus 2011. Binnen een seconde zijn deze twee opnamen gemaakt - en zijn toch volledig verschillend qua belichting. Concertfotografen moeten dus snel reageren, en soms speelt ook een flinke dosis geluk mee, want slechts zelden zijn de lichtwissels (timing en soort verlichting) te voorspellen. Nikon D3S met 1,4/85mm-Nikkor. 1/320 seconde, diafragma 4, ISO 2000.
(Foto © 2011: Jens Brüggemann, www.jensbrueggemann.de)
Bij het zojuist besprokene wordt duidelijk waarom concertfotografen de voorkeur geven aan camera's met zo min mogelijk ontspanvertraging. (De ontspanvertraging van de door mij gebruikte Nikon D4 is bijvoorbeeld 42 milliseconden, oftewel 0,042 seconden).
Een belangrijk punt is dat de spectaculaire verlichting die de concertfoto's zo interessant maakt, voornamelijk bestaat uit tegenlicht! In combinatie met de mist ontstaat zo het opvallende licht van de achtergrond van het podium dat zorgt voor indrukwekkende visuele effecten.
De mist is essentieel omdat het licht anders niet zichtbaar zou zijn. Zonder mist- of stofdeeltjes in de lucht zou je alleen de lampen zien - maar niet de zo fotogenieke lichtstralen.
Afbeelding 3.10: RUNRIG tijdens hun concert op 29 augustus 2012 in Bochum. Door stof- en neveldeeltjes in de lucht zijn de opvallende lichtstralen van de schijnwerpers duidelijk zichtbaar. Als je echter alleen de schijnwerpers zou zien (dus de oorsprong van de lichtstralen), zou de belichting relatief oninteressant zijn.
Daarom is de nevelmachine absoluut noodzakelijk als onderdeel van de lichtshow! Slechts een tiende seconde eerder werd gitarist Donnie Munro nog voldoende fel van voren belicht door een schijnwerper; op het moment dat ik echter mijn D4-ontspanknop indrukte was die alweer uit - en zoals bij een silhouet was alleen nog de contour van de zanger te zien. Deze foto beviel mij echter vanwege de kleurrijke, spectaculaire belichting, dus koos ik ervoor hem niet weg te gooien. Nikon D4 met 2,8/14-24mm-Nikkor, bij een gebruikte brandpuntsafstand van 19mm. 1/80 seconde, diafragma 2,8, ISO 2500.
(Foto © 2012: Jens Brüggemann, www.jensbrueggemann.de)
Opmerking
Zelfs als tegenlicht altijd het risico met zich meebrengt dat lichtstralen recht in het objectief vallen (het gebruik van een zonnekap is dus ten zeerste aan te raden), dan komen de problemen met belichting voornamelijk door de snelheid waarmee de lichtshow verandert. Zelfs lastige lichtsituaties kunnen fotografisch opgelost worden, zodat er goede foto's tot stand komen. Echter, dit is nauwelijks nog mogelijk als de lichtsituatie snel en voortdurend verandert. Dan blijft er geen tijd over om na te denken; de fotograaf moet eerder intuïtief handelen, dus geslaagde foto's zijn ook altijd een beetje afhankelijk van geluk!
Afbeelding 3.11: Hier werd "Panik-Rocker" Udo Lindenberg perfect vastgelegd tijdens het concert in Berlijn op 15 oktober 2008 - met "Heiligenschein". Naast een snelle reactietijd om op het juiste moment af te drukken, is ook een flinke dosis geluk nodig, want onder concertfotografen is het algemeen bekend dat lichtsituaties meestal sneller veranderen dan men kan bedenken. Uitzonderlijk gunstig in deze situatie was de lage camerapositie, want van verder weg of vanuit een hogere positie zou dit "Heiligenschein"-effect niet zo goed tot zijn recht zijn gekomen.
(Foto © 2008: DAVIDS/Sven Darmer - www.svendarmer.de)
Het zou natuurlijk mooi zijn als de verlichting van de muzikanten en het podium zou worden afgestemd op de fotografen - maar dat zijn wensen die helaas onrealistisch zijn (behalve misschien bij reclamefoto's die de band bestelt). Concertfotografen zijn dus passief gedoemd om de lichtshow te accepteren zoals anderen (lichttechnici en choreografen) hebben bedacht. Wie moeite heeft met snel wisselende verlichting, wordt aangeraden om in eerste instantie te oefenen op concerten waar minder "onrust" heerst op het gebied van verlichting. Bij klassieke concerten, chansons en schlagermuziek, enzovoort, zijn ook weinig en langzame verlichtingswijzigingen te verwachten, net zoals bij concerten in kleine muziekcafés waar het budget ontbreekt voor geavanceerde verlichtingstechniek.
Afbeelding 3.12: Wir sind Helden op 25 augustus 2011 tijdens het Zeltfestival Ruhr in Bochum/Witten bij het Kemnader Stausee. Bij dit concert vloekten alle fotografen luid, omdat met de vreemde "keukenlampen" die fel wit licht van boven op de artiesten rond zangeres en frontvrouw Judith Holofernes wierpen, nauwelijks mooie portretten van de afzonderlijke bandleden te maken waren. De resulterende contrasten waren te sterk: een (ook voor de muzikanten!) heel onvoordelig licht! Ik gebruikte de fisheye om - direct aan de voorkant van het podium in de gracht staand - een overzichtsfoto van het hele podium te maken. Op deze foto zijn duidelijk alle dingen te zien die vaak - en zoals hier - op het podium liggen: waterflessen voor de band, verlengsnoeren, "spiekbriefjes" met het liedprogramma, verdeeldozen, luidsprekers en andere podiumtechniek. Nikon D3S met 2,8/10,5mm-Nikkor. 1/200 seconde, diafragma 4, ISO 2000.
(Foto © 2011: Jens Brüggemann, www.jensbrueggemann.de)
Opnames met een kleurzweem door podiumverlichting
Kleurzweempjes in de kleur van de dominante schijnwerper(s) zijn eigenlijk een gewenst effect bij concertfoto's. Stel je voor dat er bij een concert alleen maar wit licht zou worden gebruikt: de fotoresultaten zouden saai zijn. Gekleurd licht speelt dus een aanzienlijke rol voor de sfeer op feesten en concerten, en ook fotografisch gezien is gekleurd licht - tenminste in deze context - veel interessanter.
Afbeelding 3.13: Celine Dion tijdens het concert in Berlijn op 12 juni 2008. Met natuurlijk ogend, wit licht zien concertfoto's er veel minder spectaculair uit - zelfs wanneer er een wereldster op het podium staat. (Foto © 2008: DAVIDS/Sven Darmer - www.svendarmer.de)
Soms kan het resulterende kleurzweempje echter te sterk zijn - vooral op het gezicht van de muzikanten - en onaantrekkelijk of storend zijn voor de kijker. We herinneren ons: een kleurzweempje kunnen we niet zomaar "wegflitsen".
Interessant is hoe verschillend de kleuren werken:
• groen kleurzweempje: ziet er meestal onvoordelig uit, omdat de muzikant dan een "ziekelijke" indruk maakt (Geel heeft een soortgelijk effect).
• blauw kleurzweempje: Blauw oogt koel; soms ziet de huid door deze belichting wat bleekjes uit.
• rood kleurzweempje: oogt dynamisch tot agressief; past goed bij hardrock en heavy metal; bij een sterk roodzweempje is het moeilijk om het effect te verminderen door middel van kleursaturatie, omdat de huid dan vervaagt.
Afbeelding 3.14: Sunrise Avenue op 27 augustus 2012. Bij deze foto heb ik na de nabewerking in Photoshop het groenzweempje iets afgezwakt, zodat het niet meer zo storend is. Anders dan groen licht - is geel licht ook niet geschikt voor directe belichting van individuele muzikanten. De huid oogt dan al snel ziek. Nikon D4 met 1,4/85-mm-Nikkor. 1/800 seconde, diafragma 2,5, ISO 2500.
(Foto © 2012: Jens Brüggemann, www.jensbrueggemann.de)
Afbeelding 3.15: Sunrise Avenue op 27 augustus 2012. Ook hier heb ik in Photoshop met behulp van de kleursaturatie het blauwzweempje iets verminderd, waardoor de huidtinten van de artiest minder onnatuurlijk en bleek lijken. Nikon D4 met 1,4/85-mm-Nikkor. 1/1000 seconde, diafragma 2,2, ISO 3200.
(Foto © 2012: Jens Brüggemann, www.jensbrueggemann.de)
Afbeelding 3.16: Tim Bendzko op 24 augustus 2012 in Bochum. Het roodzweempje kon ik slechts lichtjes verzachten; helemaal wegkrijgen lukte niet, want als je de kleursaturatie van rood vermindert, wordt de huid snel bleek, omdat de huidtinten voor een groot deel uit rood bestaan. Nikon D4 met 1,4/85-mm-Nikkor. 1/200 seconde, diafragma 2,2, ISO 2.000.
(Foto © 2012: Jens Brüggemann, www.jensbrueggemann.de)
Conclusie over het onderwerp
Kleurzweempjes bij concertfoto's worden opzettelijk gecreëerd; ze maken de foto's pas echt spectaculair. Echter kan het kleurzweempje bij portretfoto's ook storend zijn, vooral als het gezicht van de artiest hierdoor verminkt lijkt te worden. Een methode om dit effect te verminderen, is door in de beeldbewerking de kleursaturatie van de desbetreffende kleur te verminderen. Let hierbij op dat je dit slechts subtiel doet, want een te sterke reductie kan snel leiden tot een bleek en onnatuurlijk gezicht.
Afbeelding 3.17: Een andere manier om een ongewenst kleurzweempje van het gezicht van de artiest te verwijderen, is door de hele foto om te zetten naar zwart-wit (of sepia). Deze methode kan op het eerste gezicht wat "brutaal" lijken, maar zwart-wit foto's zijn nog steeds "in".
Je moet alleen kijken hoe de desbetreffende foto eruit ziet in zwart-wit, want niet alle foto's zien er nog even goed uit (of zelfs beter) wanneer je de kleuren wegneemt. De foto toont Milow tijdens het concert op 1 september 2011. Nikon D3S met 1,4/85-mm-Nikkor. 1/160 seconde, diafragma 2,2, ISO 1250.
(Foto © 2011: Jens Brüggemann, www.jensbrueggemann.de)
Geen flits
Een andere bijzonderheid in concertfotografie is het verbod op het gebruik van eigen verlichting. Hierbij wordt met name gedoeld op de flitser van de fotograaf ('reportageflitser'). Er zijn verschillende redenen hiervoor:
• Het gebruik van eigen verlichting door de fotograaf (zoals bijvoorbeeld de reportageflitser) zou de (immers door de muzikanten goedgekeurde) lichtsfeer veranderen: Op de foto's zou dan de lichtshow niet meer goed tot zijn recht komen. Natuurlijk kan de flitser ook subtiel worden gebruikt, bijvoorbeeld alleen om de artiest op te lichten. Maar muzikanten en hun management kunnen er niet vanuit gaan dat alle fotografen zo behendig met hun licht om zouden gaan.
• Als je op het podium staat en misschien vanwege het optreden nerveus bent, kan het flitslicht dat zou ontstaan als fotografen zouden worden toegestaan hun eigen flitsers te gebruiken, zeer storend en afleidend zijn voor de muzikanten.
• Als muzikanten recht in een krachtige flitser zouden worden geflitst, zouden ze verblind kunnen raken en belangrijke details voor een vlotte uitvoering, zoals bijvoorbeeld de programmavolgorde die op de vloer is geplakt, niet meer goed kunnen zien - wat verwarring of zelfs verstoring (onderbreking) van het concert tot gevolg zou kunnen hebben.
• Ook de beveiliging zou zich gestoord kunnen voelen, want zij heeft onder andere de taak om eventuele storingen in het publiek snel op te merken, bewusteloze mensen uit de menigte te halen en paniek te voorkomen. Dit wordt bemoeilijkt als er voortdurend flitslicht uit de fotopit komt.
• En tot slot zou ook het publiek zich gestoord kunnen voelen. Uiteindelijk zou het constante flitsen uit de fotopit onnodig afleiden van de eigenlijke show (die vanuit het oogpunt van het publiek achter de schermen plaatsvindt, op het podium).
Afbeelding 3.18: Het subtiele gebruik van een flitser zou er ook in dit geval voor hebben gezorgd dat de blauwe waas op het gezicht van Bushido (hier tijdens zijn concert in Berlijn op 28 september 2006) zou zijn verminderd en zijn gezicht beter tot zijn recht zou zijn gekomen. Als de systeemflitser behendig met verminderd vermogen wordt gebruikt, wordt ook niet de lichtsfeer van de concertfoto's verstoord en is de overlast voor de artiesten (door verblinding) minimaal en verwaarloosbaar. Maar de industrie wil er niet op vertrouwen dat alleen ervaren fotografen concertfoto's maken; er zijn altijd genoeg mensen die accreditatie krijgen en hun fotografie-apparatuur niet vakkundig kunnen gebruiken en de muzikanten echt zouden storen met een lichtflitsstorm.
(Foto © 2006: DAVIDS/Sven Darmer – www.svendarmer.de)
Conclusie
Hoewel andere oplossingen (bijvoorbeeld alleen subtiel "opvul-flitsen") theoretisch mogelijk zouden zijn, is het vanwege de praktische uitvoerbaarheid ook in de toekomst niet te verwachten dat concertfotografen toestemming zullen krijgen om hun eigen lichtbronnen (voornamelijk systeemflitsen) mee te nemen en te gebruiken. Dus hebben we geen andere keuze dan het beste te maken van de huidige (licht-) situatie. Zoals al eerder benadrukt: fotografen moeten flexibel zijn om zich succesvol op de markt te kunnen handhaven.
Afbeelding 3.19: Runrig op 29 augustus 2012. Als ik had gemogen, had ik hier het gezicht van de gitarist opgelicht. Omdat dat niet mogelijk was, heb ik eenvoudigweg de focus op de gitaar gelegd en bij de latere beeldbewerking in Photoshop zelfs de contrasten verhoogd. Nikon D4 met 1,8/85-mm-Nikkor. 1/500 seconde, diafragma 2,2, ISO 2500.
(Foto © 2012: Jens Brüggemann, www.jensbrueggemann.de)
Drie nummers?
Als reclamefotograaf wijs ik opdrachten af die door de klant zijn gepland voor minder dan vier uur. Ten eerste, omdat ik onder stress niet creatief genoeg kan zijn. En ten tweede, omdat alleen het fotograferen van variaties garandeert dat bijzondere foto's ontstaan. Maar daarvoor heb ik nu eenmaal voldoende tijd nodig!
Natuurlijk zijn er nog andere redenen waarom vier uur fotografieduur als minimum zou moeten worden gepland (bijvoorbeeld de onmogelijkheid om alles perfect tot in detail te plannen). Maar de bovengenoemde twee redenen alleen al zijn voldoende om te begrijpen dat buitengewone foto's niet ontstaan door "magie", maar door hard (werk)werk.
In die zin was ik behoorlijk geschokt tijdens mijn eerste opdrachten als concertfotograaf, dat we onder zulke ongunstige omstandigheden moesten werken. Uiteindelijk, dacht ik toen nogal naïef, zouden ook de artiesten (en ook hun management en de concertorganisatoren) er belang bij moeten hebben dat er bij de concerten zo hoogwaardige foto's mogelijk ontstaan. Alleen hoogwaardige foto's - zoals ik toen dacht - zijn ook reclame voor het desbetreffende evenement.
Inmiddels weet ik dat wij "visueel geleide" fotografen andere prioriteiten stellen en dingen anders beoordelen dan de kant van de muzikanten (en van allen die met hen samenwerken): Vanuit hun perspectief is de akoestiek waarschijnlijk veel belangrijker dan artistiek-fotografisch uitdagende foto's. Dat wij fotografen er anders over denken, spreekt voor zich.
Daar komt nog bij dat op een gegeven moment allerlei supersterren (en ook de sterretjes aan de pophemel, zoals Britney Spears) begonnen, waarschijnlijk om redenen van ijdelheid, steeds meer voorschriften aan de fotografen op te leggen. Bijvoorbeeld dat foto's alleen vanaf een bepaalde plek binnen de put mochten worden gemaakt, om alleen de "beste kant" van de artiest te laten zien.
En op een gegeven moment werd daar ook de beperking van de fotografietoestemming tot de eerste drie nummers per optreden aan toegevoegd. Hierachter zit vermoedelijk de poging om de artiesten fris en zonder zweetdruppels op het voorhoofd (en vooral ook zonder zweetplekken op het T-shirt onder de oksels) te presenteren. (Voor sommige muzikanten is het imago (vaak) belangrijker dan de muziek zelf).
Nog een reden voor de beperking van de fotografeertijd tot slechts de (meestal eerste) drie nummers kan zijn dat zo wordt geprobeerd te voorkomen dat fotografen zich accrediteren om gratis het concert bij te wonen. (Als dus privébelangen de reden zijn om zich als fotograaf te accrediteren).
Afbeelding 3.20: Als je tijdens een concert slechts drie nummers hebt om te fotograferen, leer je om snel en efficiënt te werken. Toch gebeurt het nog steeds dat de beste scènes helemaal niet zijn gefotografeerd, omdat ook de artiesten wat tijd nodig hebben om op te warmen. Bij Dick Brave (alias Sasha), hier op 26 augustus 2012 met zijn band The Backbeats op het Zeltfestival Ruhr, begint de show echter direct bij het eerste nummer. Dat betekent voor de fotografen: Rockabilly-macho-houdingen gegarandeerd vanaf het begin! Nikon D4 met 1,8/85-mm-Nikkor. 1/320 seconde, diafragma 2,5, ISO 2500.
(Foto © 2012: Jens Brüggemann, www.jensbrueggemann.de)
Afsluitende conclusie
Als je tijdens een concert slechts drie liedjes de tijd hebt om te fotograferen, is dit een grote beperking van de fotografische mogelijkheden - maar natuurlijk ook een grote uitdaging! Uiteindelijk is concertfotografie vooral vanwege deze beperking geworden tot wat het vandaag de dag is: De fotografen zijn al van tevoren zenuwachtig. Zenuwachtig worden de camerainstellingen tien keer vooraf gecontroleerd. De geheugenkaart wordt voor de vierde keer geformatteerd en voor de vijfde keer wordt gecontroleerd of de reserve-geheugenkaarten in de fototas aanwezig zijn - ook al komt geen enkele fotograaf door de korte fotoduur in de situatie dat de (volgeschoten) geheugenkaart moet worden vervangen. (De tijd is te kort om een geheugenkaart van 8 of 16 gigabyte (zinnig) te kunnen vullen met opnames).
Dit lampen- of jachtgevoel hoort simpelweg bij concertfotografie. De fotografen weten van de krappe tijd die hen gegund is, en ze hopen angstig dat ze genoeg geslaagde foto's mee naar huis kunnen nemen. In geen enkel ander gebied van de fotografie heb ik fotografen na het evenement zo gespannen de foto's (nog in de camera, op het display) zien controleren; nergens uiten ze zo luidruchtig hun vreugde over geslaagde resultaten als in de concertfotografie en nergens wordt er zo triomfantelijk een vuist opgestoken bij het bekijken van goede resultaten, als de fotograaf tevreden is over zichzelf en de foto's.
Afbeelding 3.21: ik & ik op 1 september 2010. Frontman Adel Tawil (ondertussen vooral solo actief) biedt al een geweldige One-man-Show bij de eerste drie nummers (het tweede "ik", Annette Humpe, treedt niet op bij de concerten). Toch zouden de fotografen graag langer zijn gebleven - maar er wordt nauwelijks gemopperd wanneer de beveiliging de fotografen na slechts drie nummers weer uit de fotopit begeleidt. Nikon D3S met 2,8/24-70-mm-Nikkor, bij een brandpuntsafstand van 24mm. 1/1250 seconde, diafragma 3,2, ISO 3200.
(Foto © 2010: Jens Brüggemann, www.jensbrueggemann.de)