Professionele belichtingsbegeleiding buitenshuis
Als je buiten fotografeert, moet je er rekening mee houden dat de lichtomstandigheden snel en onopgemerkt veranderen. Onze ogen wennen aan wisselende helderheid - de camera niet. Daarom gebruiken zelfs professionals buiten graag een van de automatische functies (sluitertijd-, diafragma- of programmaautomatiek) (of in ieder geval constant de waarden van de lichtmeter in de gaten houden).
Als je echter een accu-flitsinstallatie gebruikt, moet je ook buiten handmatig werken. Dan blijft alleen de constante controle op het camerascherm over om lichtschommelingen op te merken en hier rekening mee te houden. Afhankelijk van de "verhouding" tussen het aanwezige (constante) licht en het gebruikte flitslicht, wegen schommelingen in het constante licht meer of minder zwaar mee.
Voorbeeld
Als ik overdag buiten een flitsinstallatie met weinig vermogen gebruik en mijn camerainstellingen bijvoorbeeld 1/60 seconde bij f/4,0 en ISO 200 zijn, wordt duidelijk dat het aanwezige licht een relatief groot aandeel heeft in het uiteindelijke beeld. Als ik daarentegen 1/160 seconde bij f/16 en ISO 100 gebruik en flits met 1.000 Wattseconde, zal het aandeel daglicht veel kleiner zijn.
Afbeelding 10-1: Wat hier zo dramatisch uitziet, was in werkelijkheid een heel normale zomerdag op Ibiza. Naast het contrastrijke zonlicht heb ik hier mijn mobiele generator gebruikt met 1.200 wattseconde flitsvermogen. De flitser is goed te zien linksboven in beeld. Wie bij zulke extreme lichtomstandigheden, zoals in zuidelijke landen, wil flitsen, heeft veel flitsvermogen nodig om de felle zon te overtreffen. Nikon D3 met 2,8/24-70mm Nikkor. 1/200 seconde, f/22, ISO 200.
(Foto ©: Jens Brüggemann – www.jensbrueggemann.de)
10.1 Werken zonder hulpmiddelen
Niet altijd heeft men, als men op locatie fotografeert, belichtingsapparatuur bij zich om lastige lichtsituaties aan te pakken. Dan blijft alleen de mogelijkheid over om het beste te maken van de desbetreffende situatie.
Als de zon fel schijnt, moet men ervoor zorgen dat de contrasten niet te groot zijn. Het is dan altijd beter om de belichting af te stemmen op de door de zon beschenen delen. Hierdoor wordt het totaalbeeld weliswaar donkerder, maar dat wordt eerder getolereerd dan wanneer te heldere delen lelijk uitbijten.
Te fotograferen tegenlichtsituaties bij heldere zonneschijn zijn taboe, want een model tegen het licht in fotograferen zonder correcte belichting zou betekenen dat de achtergrond hopeloos overbelicht zou raken. Het is beter om het model dan in het "niets" te laten verdwijnen en de achtergrond correct te belichten. Hierdoor wordt het model weliswaar alleen als silhouet weergegeven, maar als de pose theatralisch-effectvol wordt gekozen, kan dat zeer expressief overkomen.
Afbeelding 10-2: Zelfs zonder belichtingsapparatuur kunnen er indrukwekkende foto's worden gemaakt bij zonneschijn en harde contrasten. Bij deze foto, die spontaan ontstond toen ik samen met mijn assistente nieuwe locaties zocht voor mijn fotoworkshops op Ibiza, fotografeerde ik simpelweg tegen het licht in. Bij zo'n expressieve omtrek van het model en de rotsen was geen extra belichting meer nodig van voren. Canon PowerShot G9. 1/1.600 seconde, f/8, ISO 80.
(Foto ©: Jens Brüggemann – www.jensbrueggemann.de)
Wie er waarde aan hecht dat het model voldoende helder wordt weergegeven, moet ervoor zorgen dat het precies op de zon gericht staat. Daar moet de belichting dan op worden afgestemd. Tegen het knipperen (als het model verblind wordt door de zon) helpt tellen: "1, 2, 3". Bij 3 opent het model dan heel even de ogen en drukt de fotograaf af. Dat werkt eigenlijk best goed!
10.2 Werken met invullicht en afscherming
Om een gebalanceerde belichting te bereiken, moet men de contrasten (tussen de door de zon beschenen delen en de schaduwpartijen) onder controle krijgen. Deze zijn echter niet altijd storend; het hangt af van het motief en de belichtingssituatie.
Bij bewolkt weer zullen er nauwelijks contrasten zijn. Hoogstens wanneer een persoon buiten op een donkere ondergrond staat en het licht van boven ervoor zorgt dat de oogkassen geen licht krijgen. De normale situatie is echter dat bij bewolkt weer het licht zacht is en meerdere malen wordt gereflecteerd op het model. Diffuus licht is dus ideaal voor fotografen, want ze hoeven zich geen zorgen te maken over het beheersen van de contrasten.
Problemen ontstaan pas wanneer de wolken verdwijnen en helder weer ervoor zorgt dat het zonlicht direct en ongehinderd op de aarde (respectievelijk op ons model) valt.
Afbeelding 10-3: Tijdens mijn buitenlandse fotoworkshops (hier een foto van de Andalusië-workshop 2010) worden opvullers van California Sunbounce gebruikt. Hier werd door de deelnemers de "Sun Mover" gebruikt. Hij kan met behulp van de twee handvatten worden gefocust, wat leidt tot een bundeling van het licht.
(Foto © 2011: Jens Brüggemann – www.jensbrueggemann.de)
De werking van invullicht en afscherming is gemakkelijk te begrijpen. Daarom kunnen ze ook door onervarenen worden gebruikt. Als men zich realiseert dat de invalshoek van het licht gelijk is aan de uittreeshoek van het licht, bereikt men meteen het gewenste resultaat. Een lichte heen en weer beweging helpt om te controleren of het gereflecteerde licht het model nog optimaal raakt.
Afbeelding 10-4: Men heeft niet per se een assistent nodig om de Sunbounce-invullicht te gebruiken. Ook met een gewoon lichtstatief kan het worden gebruikt. Met behulp van de "grip-head" wordt de invullicht op het statief bevestigd. Toch kan het worden gekanteld en gedraaid om in alle richtingen te worden gericht. (Foto ©: Jens Brüggemann – www.jensbrueggemann.de)
Afbeelding 10-5: Direct zonlicht zorgt voor te sterke contrasten. Om een technisch correcte foto te maken, zijn er hulpmiddelen nodig om de contrasten te verzachten. Een afschaduwer die tussen de zon en het model wordt gehouden, en een oplichter (hier bevestigd met een grip-head aan het statief) die de schaduwkanten van het model indirect verlicht met zonlicht, vormen een ideale combinatie.
(Foto ©: Jens Brüggemann - www.jensbrueggemann.de)
Afbeelding 10-6: Het resultaat is een foto met een gebalanceerde belichting. Deze beschreven werkwijze is ook ideaal voor modefoto's. Het feit dat de achtergrond, die door direct zonlicht wordt belicht, helderder lijkt, is een positief bijeffect: hierdoor lijkt de foto licht en vriendelijk, wat vooral bij reclamefoto's altijd gewenst is. Nikon D3 met 2,8/300mm Nikkor. 1/800 seconde, diafragma 4,5, ISO 200.
(Foto ©: Jens Brüggemann - www.jensbrueggemann.de)
Opmerking: Wie geen oplichter of afschaduwer ter beschikking heeft, kan indien nodig gebruik maken van natuurlijke oplichters of afschaduwers. Bij bruiloftsfoto's wordt het bruidspaar bijvoorbeeld graag onder een boom geplaatst. De bladerkroon van de boom fungeert dan als natuurlijke afschaduwer (let op de lichte groene zweem die hierdoor kan ontstaan).
Een witte huisgevel kan bijvoorbeeld dienen als oplichter. Ook licht zand (bij strandfoto's) kan, afhankelijk van de positie van de zon, een oplichtend effect hebben.
Afbeelding 10-7: Ook bij diffuus licht kunnen schaduwen nog opgelicht worden. Het natuurlijke daglicht dat van boven komt, wordt hier gereflecteerd met behulp van een Sunbounce-reflector. De Sunbounce wordt zo gehouden dat de schaduwen (de oogkassen, onder de kin en onder de neus) van moeder en dochter worden opgelicht.
(Foto ©: Jens Brüggemann - www.jensbrueggemann.de)
Afbeelding 10-8: Het resultaat mag er zijn: een professionele foto dankzij een enkel klein (eenvoudig) hulpmiddel.
(Foto ©: Jens Brüggemann - www.jensbrueggemann.de)
10.3 Werken met de systeemflitser
Systeemflitsers hebben als voordeel dat ze licht en handzaam zijn. Daarom kunnen ze gemakkelijk in elke fototas worden geplaatst, waardoor ze bij uitstek geschikt zijn voor gebruik buiten. Zelfs tijdens lange wandelingen zullen ze niet veel extra gewicht toevoegen.
Om een interessantere verlichting van het model te bereiken, raad ik ten zeerste aan om de systeemflitser los te gebruiken. Hiermee kan een veel "plastischer" lichteffect worden bereikt dan wanneer hij aan de flitsschoen van de camera zou zijn bevestigd.
Afbeelding 10-9: De ingebouwde flitsen van amateurcamera's hebben het nadeel dat ze vaak plat lijken en niet indirect of los gebruikt kunnen worden. De storende schaduwen op de achtergrond kon ik echter vermijden bij deze opname, omdat de achtergrond te ver weg was. Bovendien heeft het tegenlicht van de ondergaande zon er ook voor gezorgd dat de schaduwen van het kind niet zichtbaar zijn.
(Foto ©: Jens Brüggemann - www.jensbrueggemann.de)
Afbeelding 10-10: De "Elliptical Diffusion Dome" uit de "Calumet reflectorset voor opsteekflitsers" (kost 79,90 euro inclusief btw en bevat ook 1 mini-beautydish met 2 verschillende inserts en met 3 honeycombs en 4 kleurenfilters en 1 spotopzet) zorgt voor zacht licht. Omdat hij overal om zich heen straalt, werd hier tijdens mijn Ibiza-workshop in 2011 door een assistent nog een oplichter zo gehouden dat het flitslicht van de zijde van de "Elliptical Diffusion Dome" die van het model af was, ook op het model werd gereflecteerd. Het resultaat mocht er zijn, vandaar dat deze "Elliptical Diffusion Dome" tot de zeer weinige accessoires behoort die ik kan aanbevelen voor systeemflitsers. (Foto ©: Jens Brüggemann - www.jensbrueggemann.de)
10.4 Werken met het accu-flitssysteem
Voor wie daarentegen sterker licht of verschillende lichtkarakteristieken voor creatieve effecten nodig heeft, is de aanschaf van een accu-flitssysteem onvermijdelijk.
Goed nieuws is dat er de afgelopen 5 jaar veel veranderd is op het gebied van outdoor-flitssystemen. Tegenwoordig is er een ruime keuze aan mogelijkheden. Er is dus voor bijna elke behoefte een passende (flits-) oplossing.
Belangrijk is dat u zich altijd bewust bent van het feit dat er nu niet meer slechts het licht is; er zijn nu twee verschillende (!) lichtsoorten: het aanwezige daglicht en het meegenomen (zeer korte) flitslicht.
Voor wie buiten met een flitssysteem werkt, is de belangrijkste taak een zinvolle (effectieve) verhouding tussen de twee lichtsoorten te vinden. Hoeveel van de belichting van de foto moet het daglicht bevatten? Hoeveel flitslicht? Moet het natuurlijke zonlicht de belichting domineren - of het kunstmatige flitslicht? (Waarbij flitslicht er niet per se kunstmatig uit hoeft te zien; bij veel van mijn foto's is niet te zien of het dominante hoofdlicht flits- of zonlicht was.)
De aanpak is hierbij heel eenvoudig: ik raad aan om eerst naar de achtergrond te kijken en een belichting te kiezen (bijvoorbeeld door uit te proberen) die het gewenste effect oplevert. Pas dan het flitslicht toe te voegen. Doordat we de flitskracht kunnen regelen, kunnen we het flitslicht precies met het juiste vermogen gebruiken dat nodig is, bij de gekozen (en op de camera ingestelde) belichtingsparameters (tijd, diafragma, ISO-gevoeligheid).
Een voorbeeld
Ik wil een model op een rots voor de achtergrond van de ondergaande avondzon fotograferen. Omdat de zon zich achter het model bevindt, moet het model van voren worden belicht of met flits worden belicht. Ik kies voor "scherpe" flitslicht.
Om de juiste belichting voor de achtergrond te bepalen, zet ik mijn camera op diafragmavoorkeuze. Als sluitertijd heb ik de sluitertijd van 1/160 seconde ingesteld, die ook geschikt is voor flitsinstallaties. Als ISO-waarde gebruik ik ISO 100.
Ik maak de foto met het gewenste beeldkader, maar alleen van het landschap op de achtergrond. Het model stapt opzij zodat het niet in het gekozen beeldkader staat. De diafragmavoorkeuze bepaalt (alleen voor de achtergrond) diafragma 11 (bij 1/160 seconde en ISO 100). De achtergrond bevalt me in de weergegeven vorm, omdat het tegenlicht (de laatste zonnestralen) ervoor heeft gezorgd dat de rest van het landschap en de lucht licht onderbelicht zijn.
Ik zet mijn DSLR nu op handmatige bediening. Ik laat de camera op ISO 100 staan, laat ook de sluitertijd op 1/160 seconde en stel het diafragma in op 11.
Nu kan het model de gewenste locatie innemen. Ik zet de flitsinstallatie aan, richt het licht van de flitskop in de gewenste hoek op het model en maak een testopname met bijvoorbeeld 62,5 wattseconde flitsvermogen.
De testopname is perfect vanuit de achtergrond (wat te verwachten was), maar het model is veel te zwak verlicht aan de voorkant. Ik verhoog het flitsvermogen met twee stops, naar 250 wattseconde. Dit betekent dat ik nu vier keer het flitsvermogen gebruik.
Nadat ik de foto heb genomen en het resultaat heb gecontroleerd, merk ik dat zowel de voorgrond als de achtergrond perfect (helder genoeg, maar niet te helder) worden weergegeven. Nu kan ik beginnen met het maken van variaties van dit motief. Omdat het een zonsondergang is, weet ik dat ik me moet haasten, want er zijn nog maar een paar minuten over totdat de zon achter het landschap op de achtergrond verdwijnt. (Zie onderstaande foto!)
Afbeelding 10-11: 's Ochtends en 's avonds, wanneer het zonlicht niet meer zo sterk is, zijn flitsinstallaties met bijvoorbeeld "slechts" 250 wattseconde vermogen voldoende. Let echter op welke lichtvormer je gebruikt, want het verschil in lichtopbrengst tussen een normale reflector en een softbox kan wel twee stops bedragen. Ook de afstand van de lichtbron tot het model speelt een aanzienlijke rol.
(Foto ©: Jens Brüggemann – www.jensbrueggemann.de)
Afbeelding 10-12: Wanneer je buiten werkt met een accu-flitsinstallatie, is het erg belangrijk om de belichting regelmatig te controleren, want het daglicht (afhankelijk van het percentage met meer of minder grote effecten op het beeldresultaat) kan onopgemerkt veranderen. Omdat ons oog zich automatisch zeer snel aanpast aan veranderende lichtomstandigheden, merken we deze veranderingen niet op. Bij manuele belichtingsinstelling op onze camera (wat nodig is bij het gebruik van een flitsinstallatie) kunnen veranderingen in natuurlijke lichtomstandigheden echter aanzienlijke gevolgen hebben voor onze foto's! Maak dus gebruik van het enorme voordeel van digitale fotografie, dat je het beeldresultaat onmiddellijk op het camerascherm kunt bekijken (en zo eventuele fouten direct ontdekt).
(Foto ©: K. Bloch)
Afbeelding 10-13: Tegenlichtfoto's zijn bijzonder sfeervol. Als je echter modellen fotografeert in tegenlicht van de felle zon bij een wolkenloze hemel, worden ze veel te donker weergegeven. Als je niet alleen de silhouet wilt fotograferen, moet je dus van voren belichten. Om op te kunnen tegen de felle zon in zuidelijke landen, heb je al snel "veel kracht" nodig. Daarom raad ik aan om accu-flitsinstallaties aan te schaffen met een vermogen van minimaal 1.000 wattseconde.
Dat betekent soms behoorlijk wat gesjouw, maar als de resultaten bevallen, was de moeite waard. Voor deze foto's ben ik ongeveer 4 kilometer langs het strand gelopen met het model, om op de gewenste locatie te komen. De camerarugzak, flitsgenerator, flitskop, statief en drankjes moest ik dragen. Het model had genoeg aan haar make-up en kleding, maar uiteindelijk hebben we kleding, behalve de sieraden, niet gebruikt … Nikon D3X met 2,8/14-24mm Nikkor. 1/250 seconde, diafragma 22, ISO 100.
(Foto © 2011: Jens Brüggemann – www.jensbrueggemann.de)
Afbeelding 10-14: Wanneer je buiten met flits werkt, worden de kleuren van de kleding geïntensiveerd. Ook de blauwe lucht wordt krachtiger weergegeven, mits je deze licht onderbelicht. Nikon D3S met 2,8/24-70mm Nikkor bij een gebruikte brandpuntsafstand van 24 mm. 1/250 seconde, diafragma 22, ISO 200.
(Foto © 2011: Jens Brüggemann – www.jensbrueggemann.de)
Opmerking: Accu-flitsinstallaties bieden ook de mogelijkheid om modellampen te gebruiken. Dit is echter buiten, afhankelijk van de omgevingshelderheid, niet echt zinvol. Daarom worden bij de betere installaties de modellichten ook op tijd gestuurd (meestal voor een duur van 10 of maximaal 30 seconden). Hiermee wordt voorkomen dat je per ongeluk het modellicht onopgemerkt aan laat staan, wat zou leiden tot een snelle afname van de accucapaciteit.
Als accu-flitsinstallaties dus een (meer of minder sterk) modellicht hebben, dan alleen om in het donker (vroeg in de ochtend of 's avonds) of binnenshuis de lichtgeleiding en lichtkarakteristiek te kunnen beoordelen. Overdag, bij zonlicht, helpt zelfs een sterk modellicht van 650 watt helemaal niet.
Vanwege het niet kunnen gebruiken van het modellicht is het daarom noodzakelijk dat je de positionering van de flitskop zeer zorgvuldig uitvoert, want het kan snel gebeuren dat de flits het model niet goed raakt, maar het licht ervoor schijnt.
Afbeelding 10-15: Het is zinvol voordat je een nieuwe flitsinstallatie koopt, de desbetreffende apparatuur (en favoriete lichtvormers) minstens één keer, bijvoorbeeld voor een lang weekend, te huren bij een fotohandelaar (bijvoorbeeld bij Calumet; vestigingen zijn te vinden in Duitsland in Berlijn, Hamburg, Düsseldorf, Essen, Stuttgart en München). Op deze manier kun je vrijblijvend testen of de gekozen flitsinstallatie aan je verwachtingen voldoet. Maar niet alleen handelaren, ook veel fabrikanten bieden de mogelijkheid om hun apparatuur te huren. De verhuurkosten worden vaak verrekend bij een latere aankoop van een flitsinstallatie.
(Foto © 2013: Jens Brüggemann – www.jensbrueggemann.de)
Afsluitend woord
Deze tutorial "Professionele Verlichtingstechniek en Lichtgeleiding" had tot doel om jullie kennis te laten maken met de terminologie van professionele (!) verlichtingstechniek. Het juiste gebruik van flitsinstallaties was een van de belangrijkste aandachtspunten, aangezien veel van de hier onthulde trucs alleen bekend zijn bij professionele fotografen met jarenlange flitservaring.
De lijst met aanbevolen flitsinstallaties kan voor velen te kort lijken. Er zijn immers zoveel apparaten van goede fabrikanten! Ik wilde echter mijn uitleg beperken tot installaties waarvan ik overtuigd ben dat ze voldoen aan professionele eisen. Het was voor mij belangrijk om alleen te schrijven over apparaten waar ik zelf tijdens mijn beroepsjaren mee heb gewerkt of waarover collega's alleen maar goede dingen hebben verteld. Dit leek mij zinvoller dan simpelweg technische gegevens uit de bedrijfsbrochures over te nemen (zoals vaak het geval is). Daarvoor heb ik graag een zekere onvolledigheid op de koop toe genomen.
Betrouwbaarheid en duurzaamheid van de flitsinstallatie zijn essentieel voor professionele gebruikers. De aanschaf moet dan ook worden gezien als een investeringsbeslissing. "Koopjes" zijn dat helaas allemaal niet, maar anders dan bij de meeste moderne camera's verouderen goede flitsinstallaties niet zo snel. 25-30 jaar bij intensief gebruik zouden geen probleem moeten zijn voor professionele apparatuur. Het feit dat dit niet voor een koopje te krijgen is, zou voor iedereen duidelijk moeten zijn. Kwaliteit heeft hier ook zijn prijs.
De lichtgeleiding met flitsinstallaties zelf is minder gecompliceerd dan veel beginners denken. Wie het principe begrijpt dat men met een instellampje dat evenredig is met het flitslicht het exacte lichtverloop al vóór de opname kan beoordelen, zal geen enkele moeite hebben om zelf, met behulp van flitsinstallaties, indrukwekkende foto's te maken.
Het gebruik van verlichtingstechniek betekent voor ons fotografen vergemakkelijking van het werk, verhoging van de efficiëntie en uitbreiding van de speelruimte voor creativiteit.
Ik wens jullie veel plezier en succes bij het uitvoeren van jullie eigen ideeën! Of het nu binnen of buiten is!
Jens Brüggemann, www.jensbrueggemann.de, 2013!