Om patronen te creëren in Affinity Photo en zo hele gebieden te textureren, heb je op TutKit.com patronen in de vorm van AFSTYLES- en AFPALETTE-bestanden tot je beschikking, bijvoorbeeld met prachtige ornamenten.
Het basisprincipe hierachter: In de bestanden bevinden zich kleinere beeldstructuren die je binnen enkele klikken herhaaldelijk op grotere gebieden plaatst, waardoor een patroon ontstaat. Vaak zijn de patronen ontworpen om naadloze overgangen tussen de individuele patroonelementen te creëren.
We leggen je hieronder uit hoe je de paletten (AFPALETTE-bestanden) en stijlen (AFSTYLES-bestanden) importeert en toepast in Affinity Photo om je gebieden van patronen te voorzien.
AFPALETTE: Kleurenpaletten importeren en patronen maken in Affinity Photo
Het bestandsformaat AFPALETTE betreft Affinity-kleurenpaletten. Om deze te installeren in Affinity Photo en te gebruiken voor het maken van patronen, volg je de volgende stappen:
- Open het paneel Kleuren.
- Open het bijbehorende dialoogvenster, waar je de functie Palet importeren vindt.
- Kies een van beide importeeropties (die je goed kunt gebruiken om je palettenbibliotheek te ordenen):
- Als programmapalet: Als je de paletten hiermee importeert, zijn ze na import in Affinity Photo altijd beschikbaar, onafhankelijk van het document.
- Als documentpalet: Als je de paletten via deze methode importeert, zijn ze alleen beschikbaar voor dit document, niet voor andere.
- Selecteer op je computer de gewenste AFPALETTE-bestanden en klik op Openen.
- Selecteer in je werkruimte het gebied dat je met het patroon wilt vullen.
- Klik op een palet om het geselecteerde gebied met het patroon te vullen.
AFSTYLES: Stijlen importeren en patronen maken in Affinity Photo
Het bestandsformaat AFSTYLES betreft Affinity-stijlen. Volg deze stappen om ze te installeren in Affinity Photo en te gebruiken voor het maken van patronen:
- Open het paneel Stijlen.
- Open het bijbehorende dialoogvenster, waar je de functie Stijlcategorie importeren vindt.
- Selecteer op je computer de gewenste AFSTYLES-bestanden en klik op Openen.
- Selecteer nu in het keuzemenu de geïmporteerde stijlcategorie.
- Selecteer in je werkruimte het gebied dat je met het patroon wilt vullen.
- Klik op een stijl om het geselecteerde gebied met het patroon te vullen.
Patronen aanpassen
Gebruik vervolgens de Gradiëntgereedschap om indien nodig de patronen te schalen en te draaien. Pas de kleur aan via het paneel Effecten met behulp van de functie Kleur overlayen. Daarnaast vind je onder de Effecten nog vele andere effecten die je kunt gebruiken om je patronen aan te passen.